HIV
HIV is het virus dat AIDS (Acquired Immune Deficiency Syndrome) verooorzaakt en staat voor Human Deficiency Virus. Iemand die geïnfecteerd is met dit virus is HIV-positief. In de normale dagelijkse omgang met HIV-positieve mensen loopt men geen enkel risico.
De test wordt via bloedafname gedaan.
Een HIV-infectie kan behandeld worden, maar kan nog niet genezen worden!
Let erop dat als uw partner HIV positief is, u niet moet aannemen dat u dat ook bent. Het kan dus wel voorkomen dat uw partner positief is en u negatief. Of omgekeerd. Doe dus altijd zelf de test indien u uw HIV status wilt weten.
Bloedgroep/Rhesus
Het is belangrijk om uw bloedgroep te kennen in het geval u een bloedtransfusie nodig zou hebben tijdens ziekte of na een ongeval of operatie. Of bij een bevalling.
Bij de test wordt bepaald of u bloedgroep A, B , AB of O hebt en of u Rhesus positief of negatief bent.
Iemand met bloedgroep A heeft antigeen A en antistof B en iemand met bloedgroep B heeft antigeen B en antistof A. Daarnaast bestaan ook nog bloedgroep AB (antigeen A en B en geen antistoffen) en 0 (geen antigenen en antistof A en B).
De antistoffen zijn met name belangrijk bij bloedtransfusies. Iemand met bloedgroep A kan absoluut geen bloed ontvangen van iemand met bloedgroep B. De antistoffen zouden ervoor zorgen dat het bloed gaat samenklonteren.
Aangezien iemand met de bloedgroep AB geen antistoffen heeft, kan deze in noodgevallen van alle bloedgroepen (als er geen andere belemmeringen zijn) bloed ontvangen. Een persoon met bloedgroep 0 kan juist aan iedereen doneren door de afwezigheid van antigenen.
Over het algemeen worden in de praktijk echter alleen bloedtransfusies uitgevoerd met bloed van dezelfde bloedgroep.
De rhesusfactor
De meeste mensen zijn rhesus positief.
Dit betekent dat het zogenaamde D-antigeen op de buitenkant van hun rode bloedcellen aanwezig is.
Bij de rhesus negatieve mensen is dit D-antigeen vanzelfsprekend afwezig. In principe hebben deze mensen ook geen antistoffen tegen de Rhesus D-factor, maar deze antistoffen kunnen wel ontstaan.
Als een rhesus negatief persoon in aanraking komt met positief bloed, door bijvoorbeeld een bloedtransfusie of een bevalling (positieve baby, negatieve moeder) dan worden de antistoffen aangemaakt.